Wetenschappers die een presentatie geven, gebruiken teveel tekst en weinig beeld op hun PowerPoint-slides. Dat is niet effectief want het publiek kan wel goed beelden verwerken in combinatie met het gesproken woord, maar geen geprojecteerde teksten.
In haar proefschrift Spotlight on the presenter, A study into presentations of conference papers with PowerPoint laat Brigitte Hertz zien dat sociaal wetenschappers de kroon spannen met gemiddeld 55 woorden per slide. Dat is vijftig procent meer dan instructieboeken voorschrijven.
De meeste presenterende wetenschappers blijken zich niet bewust te zijn van hun presentatiewijze. Zij hebben veelal niet geleerd hoe deze valkuil is te vermijden. Wetenschappers kijken tijdens hun presentatie meer dan drie keer per minuut naar de projectie, terwijl oogcontact met het publiek juist een van de belangrijke elementen van een goede presentatie is. Vooral beginnende wetenschappers laten zich leiden door spreekangst en gebruiken PowerPoint als spiekbriefje.
Wetenschappers zouden getraind moeten worden in goed PowerPoint-gebruik, ook zouden zij geholpen moeten worden om hun spreekangst op andere manieren te overwinnen.
Bij een goede PowerPoint-presentatie weet de presentator zelf een boeiend verhaal te vertellen en met beelden op de slides het verhaal te ondersteunen. De kunst is om als spreker de aandacht van het publiek vast te houden en alleen op de juiste momenten naar de slide te sturen. Dit vereist goede voorbereiding en oefening van de presentatie, waarbij de geprojecteerde beelden, in plaats van tekst, als geheugensteuntje kunnen dienen.